Over psalmen is al vaak en op veel plaatsen geschreven. Het is dan ook niet de bedoeling om hier uitvoerig in te gaan op de verschillende psalmberijmingen, of de inhoud van de psalmen, maar vooral iets te vertellen over de zangwijze van de psalmen, zoals die op ons koor gebruikt wordt.

Op ons koor worden de psalmen gezongen uit het zogenaamde vierstemmenboek. Het uiterlijk van dit boek heeft veel weg van een dikke kerkbank-Bijbel,  de binnenkant is echter van kaft tot kaft gevuld met nootjes en de daartussen geplaatste psalmteksten. Hieronder als voorbeeld psalm 1. Op de eerste pagina staat vers 1 in de vier stemmen weergegeven. Op de volgende pagina de overige verzen, éénstemmig.

 

Klik op onderstaand geluidsbestand van psalm 36 vers 2 om te horen hoe dit klinkt tijdens samenzang. (het geluidsbestand is afkomstig van de CD: ‘Laat met psalmgezang Zijn daden horen’. Deze en andere geluidsbestanden zijn in mp3-formaat te verkrijgen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Hieronder volgt eerst iets over het ontstaan van het vierstemmenboek. De cursieve citaten zijn afkomstig uit het voorwoord van het vierstemmenboek 1780. Al eeuwenlang worden de psalmen -al dan niet ritmisch- in de kerken gezongen. Van de lutherse kerken in de 18e eeuw in Duitsland is bekend, dat er vierstemmig gezongen werd in de eredienst. Ook in Nederland wilde men dat wel en er werd besloten een vierstemmig psalmboek te schrijven, waarvan het muziekschrift ook door het gewone volk te lezen was. Er waren goede vierstemmige zettingen in de omloop, zoals de zetting van de Fransman Claude Goudimel. Maar dit was geschreven op G- en F- sleutel ‘Hetwelk voor die geenen, die in de Musicqkonst niet ten uiterste ervaaren waren, altoos was geweest zeer difficiel (moeilijk).’ Dus werd er besloten een eigen vierstemmige zetting te maken waarbij gebruik werd gemaakt van de zetting van Goudimel. Klik hier voor een vergelijking van psalm 36 uit het vierstemmenboek en de zetting van Goudimel.  Het vierstemmenboek werd gezet in een speciaal notensysteem. In dit systeem staan de noten op een zangsleutel, de C-sleutel, i.p.v. op de meest gebruikelijke G- of F-sleutel. Deze zangnoten worden tegenwoordig helemaal niet meer gebruikt, zodat de merkwaardige situatie zich voordoet, dat ervaren muziekkenners het notenschrift van het vierstemmenboek niet begrijpen, terwijl het vroeger juist voor de eenvoudige mensen geschreven werd. Wellicht is aan het notensysteem van de C-sleutel de naam van Cornelis de Leeuw verbonden, die de psalmen van Datheen éénstemmig op deze sleutel zette. Een ander kenmerk van dit notensysteem is dat -om het eenvoudig te zeggen- de snelle noten een stok hebben en de langzame noten niet. Klik hier voor een uitgebreidere uitleg van de C-sleutel en toonsoorten B. Duur en B. Mol.

In het jaar 1719 werd een psalmboek uitgegeven waarin we voorin 2 vierstemmige psalmen aantreffen. Deze staan merkwaardig genoeg ondersteboven tegenover elkaar. Waarschijnlijk ten dienste van de zangers die zo in een kring om het boek heen konden gaan staan. Klik hier voor de eerste pagina's uit dit boek. Klik hier voor een artikel waarin dit boek ook genoemd wordt. Wij delen niet de mening dat het hier gaat om een voorloper van het vierstemmenboek. Ten eerste komen zettingen niet overeen en ten tweede weerspreekt het voorwoord van het vierstemmenboek deze gedachte. 

Overigens heeft het boek van 1719 een bijzonder systeem van noten en sleutels, dat in het voorwoord wordt toegelicht. Blijkbaar was niet iedereen even enthousiast over dit systeem wan de makers schrijven: 'Die hier over eenigen tegenspraek onderstaen soude/ willen wy in haer eygen sap van een ongemakkelijk verstand laten gaer koken.'

In 1753 zag de eerste druk van een volledig vierstemmenboek het licht, tussen de notenbalken stond de toen in gebruik zijnde berijming van Datheen. Klik hier voor het voorwoord uit dit boek.

In dit voorwoord staan een aantal opvallende zaken. De keuze voor de C-sleutel en de stemmenverdeling wordt uitgelegd. Daarnaast wordt genoemd dat enkele gezangen voor het eerst op vier stemmen zijn gezet. Dat betekent dat deze gezangen (de berijming(en) van de 12 artikelen, de bedezang voor de predicatie, de bedezang voor en de dankzang na het eten) niet van de hand van Goudimel zijn. Inderdaad zijn er in deze gezangen keuzes gemaakt, die we op andere plaatsen in het vierstemmenboek niet aantreffen.

Aan het einde van het voorwoord geven de 'Uitgevers aan de Christelyke Zangers' nog een treffende argumentatie tégen de opmerking dat vier stemmen door elkaar zingen verwarring geeft. De uitgevers wijzen erop dat in orgelspel ook vier stemmen spreken en dat dit ook geen verwarring geeft. 't Komt er maar op aan, als de Stemmen zuiver klinken, dan maakt het een harmonie en accord, in plaats van discord.'

Voor de eerste psalm staat er nog een bladzijde die in latere drukken ‘Muzijks-onderwijs’ wordt genoemd. De druk van 1753 geeft hierbij enige uitleg die we bij de andere drukken niet aantreffen. Hieronder de volledige tekst:

Wij laaten hier noch volgen eenige Regeltjes voor den Leerling; die, dezelve zuiver konnende zingen, niet alleen in staat zal wezen, om alle de 4 Stemmen te konnen zingen; maar daar-en-boven meerder zal kennen als tot de Psalmen vereyscht word.

Tussen 1753 en 1773 ligt maar 20 jaar en in dat jaar wordt de berijming van 1773 ingevoerd. Was het maken van de Datheen-versie voor niets geweest? De uitgevers kijken er in het voorwoord van 1780 anders tegenaan: Ze betogen dat het werk niet voor niets is geweest want ze hadden ‘van tyd tot tyd bespeurt, dat hetzelve hun werk zeer wel by de kenners der Musicq en Zangkonst in de Gereformeerde Kerken wierd aangenomen en daaruit hadden opgevat de hoope dat hetzelve hun werk, allengskens meer en meer bekend wordende, ook verders in gebruik zoude geraaken.’ En hoewel de uitgevers nog met de helft van de Datheen-vierstemboeken waren blijven zitten, werd toch besloten een versie te maken voor de nieuwe berijming. Deze kwam in 1780 gereed. Dat het zolang duurde had zijn redenen, want in de vorige druk bleken fouten te zitten en verder was in de praktijk gebleken, dat het vierstemmige gezang niet altijd overeenstemde met het orgelspel. Daarom had een kundig en in de orgelmuziek bedreven liefhebber, ondersteund door een ervaren zangmeester het hele boek herzien en aangepast aan de muziekregels, die veel organisten in die tijd gebruikten. De aangebrachte aanpassingen waren vooral een gevolg van het feit dat Goudimel in feite nog strikt modaal (kerktoonsoorten) schreef, terwijl dat in de 18e eeuw als verouderd beschouwd werd. Er was geen sprake van nieuw geschreven psalmzettingen, maar hooguit van "bewerkingen", die aan de smaak van de tijd waren aangepast. Dit alles ‘Ten nutte van Gods Kerke’. Het Psalmboek werd door Joh. Enschede en Zonen uitgegeven, met goedvinden van het stadsbestuur van Haarlem. In elk exemplaar werd een handtekening gezet. (zie afbeelding).

Uit bovenstaande valt op te maken dat de "vierstemmentraditie" tot op de tijd van de reformatie teruggaat en gebaseerd is op het werk van Goudimel, dat om precies te zijn 1620 te Leiden werd uitgegeven. In Nederland werd het vierstemmenzingen vooral in huiselijke muziekgezelschappen beoefend, maar - met name - in de Zwitserse Gereformeerde kerken werden de meerstemmige psalmen tot in de 19e eeuw speciaal voor en na de dienst gezongen, waaronder die van Goudimel, maar ook van Claudin le Jeune en zelfs van onze eigen (Hollandse) Jan Pietersz. Sweelinck. 

 Het vierstemmenboek heeft heel wat herdrukken beleefd. In veel gevallen werden de boeken letterlijk opgebruikt. Vandaar ook, dat oude vierstemmenboeken redelijk zeldzaam zijn. Elk vierstemmenboek begint met een voorbericht, waarin wordt uitgelegd hoe het notensysteem werkt. Maar er wordt ook verteld hoe men het best kan zingen: ‘Laatstelijk gelieven de Liefhebbers in acht te neemen, dat zij van hun cierlijk en zwierig draaien in het zingen onder de Vier Stemmen geen gebruik moeten maaken, ‘t welk eerder verwarring dan een goed Accoord geeft, behalve dat het aan de andere Partijen grootelijks hindert.’ Daarna staat er ook het ‘Muzijks-onderwijs’ waar de noten benoemd worden en waarin toonoefeningen staan. Dit alles in het oude systeem, waarin Ut hetzelfde is als Do en Ci hetzelfde als Ti. Na het ‘Muzijks-onderwijs’ begint het eigenlijke Psalmboek. Het eerste vers van elke psalm staat vierstemmig, de rest van de verzen alleen in de gewone wijs, zoals die in de kerk gezongen wordt. De eerste stem is de Tenor, ook wel de kerk-(zang-)stem genoemd, de gewone wijs. De Bassus ook wel kortweg Bas genoemd is de tweede stem en bedoeld voor mannen die laag kunnen zingen. De derde stem is de Altus, (kortweg Alt) een hoge stem. Deze stem lijkt soms op de bovenstem, zoals die tegenwoordig op veel koren of op samenzangavonden gezongen wordt. (Overigens is het unieke van het vierstemmenboek dat er voor élke psalm een ‘bovenstem’ is, terwijl men in ‘bovenstemkringen’ vaak van mening is dat slechts een gering deel van de psalmen bovenstem-geschikt is. Dat wij dat weerspreken, moge duidelijk zijn. Juist ook klaagpsalmen kunnen door meerstemmigheid sprekender worden. Wie zich daarvan wil overtuigen kan zijn oor bij ons soort koren te luister leggen.) (Ter illustratie een geluidsbestand van psalm 130: 1 en 4, opgenomen in de kerk van Gereformeerde Gemeente in Nederland te Uddel. Deze opname staat op de CD ‘Laat met psalmgezang Zijn daden horen’. Deze en andere geluidsbestanden zijn in mp3-formaat te verkrijgen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..)

De vierde en laatste stem is de Discant. Discanteren betekent letterlijk tegenzingen. De Discant gaat dan ook vaak tegen de gewone wijs in en beweegt zich meestal tussen de Tenor en de Bas. Overigens is deze stemverdeling in eerste instantie voor mannenstemmen bedoeld. In de praktijk zijn de meeste vierstemmenkoren gemengde koren, wat ook probleemloos kan. Er zou nog veel meer te zeggen zijn over het systeem van het vierstemmenboek, maar ‘Dit oordeelden wij genoeg te zijn tot onderrichting voor die lust hebben zich in het zingen der Vier Stemmen te oeffenen’ We hopen dat zulke mensen er veel zijn en dat ze ons koor weten te vinden! Mocht er toch behoefte zijn aan een uitgebreidere uitleg van het systeem, dan werd eerder in dit artikel al een link gegeven.

Herdruk vierstemmenboek 2010

Het vierstemmenboek is door de jaren heen heel wat keren herdrukt. Wie de drukken van het vierstemmenboek nagaat, ziet dat de eerste druk (berijming 1773) uit 1780 maar weinig fouten bevat. Door de loop der jaren (1790, 1801, 1811, 1852, 1870, 1884) kwamen er tal van fouten bij. In 1905 verscheen een nieuwe druk, waarbij een aantal fouten werden verbeterd. In die druk werd ook het lettertype veranderd van gotische naar standaardletters. Het aantal fouten in de tekst nam daarmee toe, doordat bijvoorbeeld de d en v in het gotisch erg op elkaar lijken en men zich vergiste bij het overzetten. (zie afbeelding). 

Alle drukken na 1905 (1973, 1990, 2003) zijn als het ware kopieën van deze druk, waarmee ook steeds de helderheid achteruit ging. Al langer was er daarom het plan om het vierstemmenboek te herzien en het daarbij van fouten te zuiveren. Dit resulteerde in november 2010 in een geheel herziene heruitgave. Na ruim 200 jaar zijn hiermee honderden fouten uit de vierstemmenboeken verdwenen. Als u een eerdere druk bezit en u wilt weten welke fouten daarin staan, klik dan hier.

 

 

Organistenboeken

Omdat de vierstemmenboeken in C-sleutel zijn weergegeven is het moeilijk om met een instrument rechtstreeks vanuit het boek te spelen. Temeer omdat er 2 varianten van de C-Sleutel zijn: de B. Duur en de B. Mol, die in één psalm door elkaar gebruikt worden. De bedoeling van het zangboek wordt verwoord in het voorwoord van de druk van 1780: ‘ten nutte van Gods Kerke, en ten einde om was ’t moogelyk, dezelve Psalmen in de Gereformeerde Gemeentens hier te lande te kunnen doen zingen, met zulk eene en niet minder fraaye Melodie, gelyk in Zwitzerland en doorgaans in geheel Duitschland geschiedde, en gebruikelyk was.’ Hieruit moge duidelijk blijken dat het vierstemmenboek niet alleen bedoeld werd voor huiselijk- of koorgebruik, maar ook voor de gemeentezang. Men heeft vaker het plan opgevat om van het vierstemmenzangboek een koraalboek te schrijven. Zo schrijft J.A. van Eijken in het voorwoord van zijn koraalboek ‘De melodieën der psalmen en lofzangen’(1853): “spoedig echter bleek mij, dat aan eene letterlijke afschrijving van een dezer werken niet te denken viel; want het wemelde er in van quinten, octaven en harde overgangen, zoodat ik mij spoedig bepaalde, wèl in den geest van het bovengenoemde werk de Psalmen te harmoniseeren, doch met vermijding van alle daarin voorkomende verouderde vormen.” Het kwam er bij Van Eijken dus niet van. Later zijn er wel zettingen gemaakt op G- en F-sleutel, maar ook deze zijn niet alle zuiver volgens het vierstemmenboek, of is de alt niet als hoogste stem weergegeven. Deze uitgaven staan elders op deze site. Voor een artikel over het vierstemmenboek en de organistenboeken, klik hier. In eigen beheer hebben we zelf een organistenboek gemaakt, dat wel één op één correspondeert met het vierstemmen-zangboek. Dit boek is ook zeer geschikt om bij koorgebruik de stemmen in te studeren. Wel is het zo dat de organist bij het spelen de hoogste stem omlaag ‘moet denken’, omdat de wijs niet als hoogste stem staat weergegeven. Klik hier voor een pagina uit dit organistenboek. Voor meer info over dit boek, stuur een mail naar: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Wilt u horen hoe dit in de praktijk klinkt, beluister dan onderstaand geluidsfragment.  (het geluidsbestand is afkomstig van de CD: ‘De Heer’ Wiens werk ik roemen zal’. Deze en andere geluidsbestanden zijn in mp3-formaat te verkrijgen.

 

Meezingoefeningen

Voor hen die zich willen oefenen in het vierstemmenzingen hebben wij een hulpmiddel beschikbaar. Dat is in het hoofdmenu te vinden onder ‘Meezingoefeningen’.

 

Andere koren

Vroeger was het zingen uit het vierstemmenboek wijdverbreid in ons land en in de huisgezinnen. Op het eiland Goeree-Overflakkee was er in bijna elk dorp zo’n koor te vinden. Tegenwoordig is ‘De Lofstem’ nog het enige koor in de wijde omtrek dat zingt uit het vierstemmenboek. Ook uit Zeeland is deze zangwijze in de loop der tijden verdwenen. Elders in het land zijn er wel meerdere koren die deze oude kunst nog beoefenen. Vooral op de Veluwe is nog een concentratie van deze zangers te vinden. Zo zijn er koren in Barneveld, De Valk-Wekerom, Uddel, Nunspeet en splintergroepen in de wijde omgeving daaromheen. In de buurt van Zwolle zingen de Hazeuzangers uit het vierstemmenboek. Ook 'op' Urk houdt een klein groepje deze traditie in ere. Voor meer info over deze koren en links, klik op: ‘Verwante koren’. Over de geschiedenis van een aantal van deze koren, kunt u lezen onder het kopje Geschiedenis